Periodontal Chart - Department Of Periodontology - School Of Dental Medicine - Universiy Of Bern

Hoe gebruik je de online parodontiumstatus

De volgende gegevens kunnen worden ingevoerd om een online parodontiumstatus te maken: mobiliteit, furcatie, gingivarand (mm), pocket diepte (mm) en eventuele toelichting. Het blauw gearceerde gebied vertegenwoordigt parodontale pockets en wordt automatisch aangemaakt op het moment dat de rode lijn die de gingivarand en de blauwe lijn die het aanhechtingsniveau vertegenwoordigen (onderkant van de parodontale pocket) beiden gedefinieerd zijn.

The depth of the furcation is charted using a circle. An open circle (degree 1), a semicircle (degree 2) and a filled in circle (degree 3).

Door op het elementnummer te klikken wordt het element doorgekruist en alle waarden grijs gemaakt. Houd SHIFT ingedrukt en klik opnieuw op het elementnummer om alle waarden van het element te herstellen.

Druk op de TAB-toets na het invoeren van de waarden, om de cursor automatisch naar het volgende veld te laten lopen.

Door op de implantaat knop te drukken zal het tand symbool vervangen worden door een implantaat symbool.

Herhaald klikken op de furcatie knop zal de ernst van elke furcatie instellen:
1 klik: furcatie 1
2 klikken: furcatie 2
3 klikken: furcatie 3
4 klikken: herstart

Door op het veld notitie te klikken kan men een korte notitie voor elk element invoeren.

Hoe sla je de online parodontiumstatus op

De online parodontale grafiek kan niet zomaar worden opgeslagen op de harde schijf zoals bijvoorbeeld een willekeurig tekstdocument.

Als alternatief kan op zowel Apple Macintosh als Windows-pc's de website worden opgeslagen als PDF-bestand. Afhankelijk van het besturingssysteem moet Adobe Acrobat (niet enkel Adobe Acrobat Reader) of andere PDF-creatie software worden geïnstalleerd. (Link naar Adobe Acrobat). (Link naar Adobe Acrobat).

De online status kan worden afgedrukt / opgeslagen als een Microsoft XPS Document Writer-bestand als er een Windows-pc gebruikt wordt. XPS-bestanden kunnen echter alleen worden weergegeven in Microsoft Internet Explorer of een XPS-Viewer.

Met behulp van het "Print ..." commando in elke browser zal de het afdruk dialoogvenster geopend worden en kan men kiezen uit één van de volgende opties: Adobe PDF, FreePDF of Microsoft XPS Document Writer (Windows-pc's alleen). Door op OK te klikken kan de gebruiker kiezen naar welke bestandsnaam en locatie het PDF-bestand opgeslagen moet worden.

Calibratie van klinische parodontium registratie

Het doel van de klinische parodontium registratie is om pocketdiepten en aanhechtingsniveaus op zes locaties per element of implantaat in mm te registreren. Voor alle metingen met een pocketsonde is het redelijk om deze waarden naar hele getallen af te ronden.

11. Pocket diepte, gingivarand, en aanhechtingsniveau

Het aanhechtingsniveau wordt voor elke locatie berekend op basis van de volgende formule:

Pocket Diepte (mm) – Gingivarand (mm) = Aanhechtingsniveau (mm)

De pocketdiepte (pocketdiepte is in mm) wordt gemeten met de pocketsonde. De gingivarand (weergegeven als een rode lijn) is de afstand van de klinische gingivarand tot elke willekeurige referentie, in de meeste gevallen, de glazuurcementgrens. Kroonranden en restauratieranden kunnen als referentie gekozen worden mits zij zich ten minste 3 mm apicaalwaarts van de glazuurcementgrens (CEJ) bevinden, anders dient een virtuele referentielijn te worden gekozen ter plaatse van de oorspronkelijke glazuurcementgrens. Deze referentie dient genoteerd te worden om metingen van verschillende momenten van de behandeling te kunnen vergelijken.

Gezond parodontium

In een gezond parodontium, bevindt de glazuurcementgrens zich onder de gingivarand en direct boven het aanhechtingsniveau. Er is geen aanhechtingsverlies op plaatsen met een gezond parodontium.

Het volgende voorbeeld kan geregistreerd worden met de formule om aanhechtingsniveau te berekenen:

Pocket Diepte 3mm – Gingivarand 3 mm = Aanhechtingsniveau 0mm

Gingiva hyperplasie

In sommige gevallen kan de glazuurcementgrens zich ietwat onder de gingivarand bevinden, doch altijd nog direct boven het aanhechtingsniveau. Dit gebeurt in gevallen van tandvlees ingroei of tandvleeshyperplasie. Er kan dan wel of geen aanhechtingsverlies zijn op locaties met gingivahyperplasie.

Let op: Pseudo pockets zijn pockets van 4mm en meer zonder verlies van aanhechtingsniveau.

Het volgende voorbeeld kan geregistreerd worden met de formule om aanhechtingsniveau te berekenen:

Pocket Diepte 5mm – Gingivarand 5mm = Aanhechtingsniveau 0mm

Gingiva recessie

Gingiva recessie is een situatie waarin de gingivarand zich apicaal van de glazuurcementgrens bevindt. De waarde genoteerd als gingivarand moet als negatieve waarde geregistreerd worden.

De volgende voorbeelden kunnen geregistreerd worden met de formule om aanhechtingsniveau te berekenen:

Bijv. zonder parodontale pocket (pocket diepte <4mm):

Pocket Diepte 2mm – Gingivarand -3mm = Aanhechtingsniveau 5mm

Bijv. met parodontale pocket (pocket diepte >3mm):

Pocket Diepte 5mm – Gingivarand -3mm = Aanhechtingsniveau 8mm

Zes locaties per element

De keuze van de zes plaatsen per element voor het meten van zowel periodontale pockets en niveaus hechting is cruciaal. Elk element is onderverdeeld in zes secties vanuit occlusaal waargenomen. De locatie met de diepste pocketdiepte moetper sectie worden geregistreerd.

Inzetrichting van de pocketsonde

De pocketsonde dient langs het worteloppervlak van de tanden ingebracht te worden om de pocketdiepte te kunnen meten. De inzetrichting van het instrument is in mesio-distale richting (A of B, respectievelijk), en tegelijkertijd evenwijdig aan de lange as van het element (voorkom in te zetten in bucco-linguale richting).

2. Ernst van aanwezige furcaties (Schaal 0-3)

Furcaties van alle kiezen en de eerste premolaren van de bovenkaak moeten worden beoordeeld met een furcatie sonde (Nabers). De horizontale component van sonderen wordt beoordeeld volgens de volgende criteria:

Furcatie 0 Furcatie niet detecteerbaar

Furcatie 1 Furcatie detecteerbaar, met een horizontale component van ≤3mm bij sonderen

Furcatie 2 Furcatie detecteerbaar, met een horizontale component van >3mm bij sonderen

Furcatie 3 Furcatie is geheel doorgankelijk

3. Mobiliteit

Mobiliteit wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria.

Mobiliteit 0 Normale (fysiologische) tand mobiliteit

Mobiliteit 1 waarneembare mobiliteit (tot 1mm horizontaal)

Mobiliteit 2 waarneembare mobiliteit (meer dan 1mm horizontaal)

Mobiliteit 3 waarneembare verticale mobiliteit van het element

Contact

Programmering & Ontwerp

Christoph A. Ramseier, MAS
PD Dr. med. dent.
Periodontist SSO, EFP
Master of Advanced Studies (MAS) in Periodontology

School of Dental Medicine (ZMK), University of Bern
Department of Periodontology
Freiburgstrasse 7
CH-3010 Bern
Switzerland

E-mail: christoph.ramseier@zmk.unibe.ch

Ontwerp

Christian A. Wolf
Dr. med. dent., Dr. med.

School of Dental Medicine (ZMK), University of Bern
Freiburgstrasse 7
CH-3010 Bern
Switzerland

Dankwoord

Docenten en studenten van de afdeling Parodontologie aan de Universiteit van Bern worden enorm bedankt voor hun steun tijdens de ontwikkeling van dit online formulier.

Onze speciale dank gaat naar Daniel S. Joffe DDS. M.Sc. Voor de Nederlandse vertaling van deze website.